Bryan vertelt hoe het skûtsje oorspronkelijk in Parijs werd gevonden, waar het jarenlang als woonboot werd gebruikt. Er zat daarom een opbouw op die eerst verwijderd moest worden, voordat het schip naar binnen kon voor restauratie. Eenmaal binnen is de verf en alles eraf gehaald, en nu is alleen het casco nog over.
Een van de grootste uitdagingen was de bodem van het schip en het skûtsje naar binnen krijgen. Door het lage plafond en een ander groot schip dat er al stond, was dat een flinke klus. "Daarna is het gewoon kijken wat je hebt," legt Bryan uit. Zo zaten er afsluiters in het schip die allemaal zijn verwijderd, waarna er platen op zijn gezet, zodat je straks niets meer ziet. "Dat zijn wel uitdagingen."
De verdere restauratie? "We gaan zoveel mogelijk behouden, maar dat is niet heel veel. Eigenlijk hebben we alleen de romp, de rest moeten we nog allemaal maken." En dat gebeurt bij Project Beurtschip op een authentieke manier: "Alles wat optisch is, dat klinken we natuurlijk. Dat is zoals het vroeger was en dat is gewoon heel mooi."
Ook het werken met de deelnemers brengt uitdagingen met zich mee. "De meeste deelnemers hebben er niets of weinig mee, en dan is het wel veel werk om iemand iets te leren."
Bryan’s tip voor iedereen die aan een historisch restauratieproject wil beginnen: "Kijk goed wat je binnenhaalt. Als je denkt 'dit weet ik niet', overslaan en naar een knapper project." Bij Project Beurtschip komen vaak genoeg slechte schepen voorbij. Niet gek ook, want ze zijn al meer dan honderd jaar oud. Ook het skûtsje zag er in eerste instantie beter uit dan het nu is. "Maar we houden hoop, het model is mooi."